Met een sterk optreden in de Tour de l’Avenir van vorig jaar wist Lars van den Berg (21) zich in de kijker te rijden van het opleidingsteam van Française des Jeux. Inmiddels verhuisde de coureur uit De Meern naar Besançon, debuteerde hij voor zijn nieuwe werkgever in de WorldTour en is de voormalig renner van Metec-TKH erop gebrand ook daadwerkelijk een profcontract af te dwingen bij FDJ. Met name de Giro voor beloften, de Tour de l’Avenir en de kampioenschappen zijn de wedstrijden waar Van den Berg zich hoopt te tonen in 2020.
"Bij FDJ rijd je nauwelijks een echt vlakke koers"
Hoe ben je bij je nieuwe ploeg in beeld gekomen? Welke verwachtingen heeft men van je?
“Die interesse kwam vooral toen ik zo van voren reed in de bergetappes van de Tour de l’Avenir. Ik was zevende in de lastige voorlaatste rit naar Tignes en werd tiende in de eindklassering. Dan heeft men je in beeld en let men ook in de koersen daarna extra op je. We zijn toen gaan praten en waren allebei enthousiast. Zij verwachten dat ik nog een stap kan maken in het rondewerk. Door nog meer te klimmen op training en in de koersen die ik rijd, zou ik me normaal gezien tot een nog betere klimmer moeten ontwikkelen.”
Wat was voor jou de reden om in te gaan op hun aanbieding, welke voordelen heeft men ten opzicht van je vorige team Metec-TKH?
“De connectie met de gelijknamige WorldTour-ploeg maakt dit team natuurlijk extra interessant. Er is vanaf dit jaar een nieuwe regel dat je als belofte zo nu en dan mag uitkomen voor het WT-team en daar plukte ik al direct de vruchten van. Ik reed in de Tour des Alpes Maritimes et du Var mijn allereerste koers in dit FDJ-shirt zelfs voor het ‘grote’ team en werd ook nog eens derde in de slotetappe. Verder biedt het programma nog meer de kans om te kijken waar mijn mogelijkheden liggen als prof. Bij Metec-TKH hadden we een mooi gevarieerd programma, maar bij FDJ rijd je nauwelijks een echt vlakke koers.”
Wat betekent deze stap voor jouw programma? Je reed weer de Craft Ster van Zwolle, maar verder is het heel anders?
“Nee verder is geen wedstrijd dezelfde. Het was leuk om in de Ster van Zwolle met mijn ploeggenoten te debuteren in een echte Nederlandse koers. We reden als team sterk en ik wist zelf tot het einde voor een topklassering mee te doen. Ik werd achtste. Mijn focus ligt dit seizoen allereerst op de periode tot en met Giro voor beloften. In de eerste koers ben ik vooral benieuwd hoe ik me dit jaar verhoud ten opzichte van mijn leeftijdsgenoten, in de Giro wil ik mee doen voor een mooie klassering. Later in het seizoen ligt de nadruk dan op de Tour de l’Avenir en ook de parcoursen van het EK (Trentino) en WK (Aigle-Martigny) lijken mij op het lijf geschreven. Voor die laatste wedstrijden moet ik dan natuurlijk wel geselecteerd worden.”
"Mijn echte droom is prof worden en daar ga ik de komende maanden hard aan werken"
Hoe is jouw Frans eigenlijk en is dat belangrijk?
“Ik had het vak Frans op school eerlijk gezegd zo snel mogelijk laten vallen… Nu probeer ik toch deze taal weer zo snel mogelijk goed onder de knie te krijgen. Er wordt best veel in het Engels gecommuniceerd, maar de helft van de ploeg is van Franse afkomst en zo’n beetje al het personeel. Dat betekent dat je toch vaak gesprekken niet volgen kan. Nu ik in Frankrijk ben gaan wonen en de taal veel om me heen hoor, maak ik al best wel stappen. Het is toch een kwestie van veel Frans spreken en maar gewoon proberen. Ik vind het wel belangrijk om mee te kunnen praten en alles goed te begrijpen.”
Betekende dit ook een verhuizing voor je?
“Ja het is verplicht om in Besançon te komen wonen. Er is wekelijks een groepstraining bijvoorbeeld. Maar we hebben natuurlijk ook trainingskampen en veel wedstrijden in Frankrijk. Dan is het ook wel praktisch om in het land zelf te wonen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik toch ook al wel veel weg ben geweest van mijn nieuw verblijf. Maar het hoort bij de sport om veel onderweg te zijn. En eenmaal in Frankrijk leer je de ploeggenoten en de taal ook sneller kennen.”
Heb je al iets van cultuurverschillen gemerkt? Ben je op je plek?
“Ik merk wel verschil tussen Metec-TKH en FDJ, maar vind het lastig om uit te leggen waar dat in zit. Bij mijn Nederlandse team was er meer een sfeer van kort uitleggen en dan gewoon doen, bij mijn Franse ploeg wordt er veel meer over nagedacht en gepraat. Voor mijn gevoel duurt dat soms best lang, omdat ik anders gewend ben. Maar ik ben heel blij met de kans die ik heb gekregen. Het is heel bijzonder om in deze trui rond te rijden, waar ook de WorldTour-formatie van FDJ in koerst. Je wordt toch wel nagekeken bij een training. Maar ik loop nog niet met mijn hoofd in de wolken, hoor. Mijn echte droom is prof worden en daar ga ik de komende maanden hard aan werken. Ik wil me als laatstejaars belofte goed op de kaart zetten dit seizoen.”