Afgelopen oktober begon ik als voorzitter van de KNWU. Sinds dat moment heb ik veel mensen die actief zijn binnen de KNWU ontmoet en mogen spreken. Veel mooie events meegemaakt en ook al weer veel vergaderd, vanachter het scherm en gelukkig ook weer ‘echt’. De eerste paar maanden kom je als nieuwe voorzitter nog weg met overal vragen over stellen maar dat houdt een keer op; nu is het ook voor mij en mijn medebestuursleden tijd om ergens iets van te vinden en niet alleen maar vragen te stellen.
Dat is ook prima en in zekere zin ook onvermijdelijk. We naderen namelijk een belangrijk voorjaarscongres waarop besluitvorming voor zal liggen over wat wij noemen ‘structuur en strategie’: wat vinden wij als KNWU de komende jaren belangrijk en wat betekent dat voor hoe we ons gaan organiseren. Dan komen er meteen allerlei vragen op zoals “Hoe verhoudt breedtesport zich tot topsport?”, “hoe verbeteren we de financiën van de KNWU?”, “hoe zien we een eventuele samenwerking met de NTFU?”, “wat vinden we van de samenwerking met Team Jumbo Visma?”, “hoe organiseren we goede dienstverlening vanuit het bureau?” etcetera.
We zullen met een hele reeks voorstellen komen vanuit de gedachte dat we als KNWU in 2028 100 jaar bestaan en ook de volgende 100 jaar nog vitaal en inspirerend willen zijn. Maar dan moet er wel het één en ander veranderen. Voor ons staat vast dat we daarbij twee prioriteiten steeds voor ogen moeten houden; hoe krijgen we meer kinderen/jeugd/jongeren aan het fietsen en hoe houden we onze unieke infrastructuur met sterke clubs en verenigingen in stand? Daar moet het om gaan de komende jaren. En om dat te realiseren zal heel wat nodig zijn. Een dienstverlenend bureau wat open staat voor innovaties, langdurige samenwerkingen met partners die iets kunnen brengen wat we zelf niet hebben, nieuwe sponsors om juist de breedtesport en het verenigingswerk beter te kunnen ondersteunen, meer aandacht voor de nieuwere disciplines in de wielersport en voldoende vrijwilligers zoals u en ik die het leuk vinden om zich in te zetten voor de toekomst van de sport. En voor wie we dat ook leuk maken!
Kortom, er is genoeg te doen en de komende maanden gaan we een paar belangrijke knopen doorhakken. Wordt vervolgd!