Yoeri Havik nam voor het eerst een heuse hoogtestage op in zijn voorbereiding op een belangrijk doel: het EK op de baan in München. Met daarna nog een specifieke voorbereiding op de korte 200 meterbaan die straks in de hoofdstad van Beieren op de renners wacht, denkt de Noord-Hollander helemaal klaar te zijn om te schitteren bij de Europese titelstrijd. "De afvalkoers is moeilijk te voorspellen, al reed ik al wel twee keer op het podium in de Nations Cup.’’
‘’Het hoofddoel wordt om samen met Jan Willem van Schip de titel op de koppelkoers te verdedigen"
Havik bracht een groot deel van juli door op hoogte in Livigno. Het was voor het eerst dat hij een hoogtestage op deze hoogte en van deze duur opnam in zijn programma. ‘’Vorig jaar richting de Spelen hadden we er ook al over gedacht, maar we wilden eigenlijk niet met iets onbekends experimenteren vlak voor zo’n belangrijk doel. Dit jaar en de twee jaar die erop volgen, wachten er belangrijke doelen op ons in augustus. Nu dus het EK in München, volgend jaar het WK in Glasgow en het jaar daarop alweer de Spelen in Parijs Perfect om nu uit te proberen wat het rendement is en lessen te trekken voor de komende jaren. Dat het niet zo’n gek idee is blijkt wel uit het feit dat ik de Zwitserse, Italiaanse en Deense baanrenners al trof in Livigno. Het verschil met een hoogtestage van een wegrenner is dat we hier natuurlijk niet op ons eigen terrein kunnen fietsen, op de piste. Daarom hebben we achter de hoogtestage nog een zesdaagse in Italië voorzien en gaan we ook nog in Amsterdam trainen. In München ligt straks een 200 meterbaan, die hebben we op Sloten ook. Dan kunnen we vast wennen. Op zo’n korte baan los je vaker af, dus daar valt voordeel te halen voor een koppel dat goed op elkaar ingespeeld is. De bochten zijn ook krapper en het is een demontabele baan die altijd iets meer geluid maakt. Voor ons, maar ook voor bijvoorbeeld de Belgen en de Duitsers, is de ervaring van bijvoorbeeld de Zesdaagse van Rotterdam dan ook een voordeel. In Amsterdam werken we nog wat aan onze routine op zo’n korte baan.’’
"Het ziet er goed uit en heb ik veel zin en motivatie om te presteren in München"
Extra Cachet met meer sporten
Motivatie om op een groot baantoernooi te schitteren is er altijd bij Havik. ‘’Jan Willem en ik hebben allebei veel vrijheid gekregen bij BEAT Cycling om de weg en de baan optimaal te combineren. Ook op de weg hebben we ons tussen de profs goed kunnen laten zien in bijvoorbeeld de ZLM Tour. Alleen COVID gooide nog wat roet in het eten. Ik zelf kreeg het in het voorjaar, Jan Willem in juni. Ideaal is dat niet, maar vlak voor het EK was het natuurlijk nog beroerder geweest. Het herstel van Jan Willem verloopt goed. Hij is er nog niet, maar hij heeft al vaker bijzondere dingen laten zien, dus ik verwacht dat we mee kunnen doen voor de titel. Het EK is samen met het WK Baan toch wel het hoofddoel van mijn seizoen. Ik vind het ook heel mooi dat ons toernooi nu deel uitmaakt van zo’n groot evenement met veel meer sporten. Dat geeft hopelijk meer aandacht. Mensen volgen dan de atletiek en andere wieleronderdelen en dat straalt vast ook af op onze wedstrijden. We hebben eerder van dit soort evenementen met meer sporten gehad en dat gaf de ervaring wel extra cachet voor mezelf en voor de volgers aan het toernooi.’’
Madison hoofddoel
Havik rijdt twee onderdelen in München. ‘’Het hoofddoel wordt om samen met Jan Willem van Schip de titel op de koppelkoers te verdedigen. In het begin van het seizoen was het wat onzeker of we opnieuw samen gingen koppelen omdat Jan Willem even wat extra rust wilde inlassen na het olympische jaar. Maar we zijn weer samen op pad en dat is goed, want ik denk dat ik met hem echt weer mee kan doen voor het goud. Het was geweldig om de Europese trui te mogen dragen op dit onderdeel dit jaar en hopelijk lukt het ons opnieuw om deze titel te winnen. Zodat we in de winter als Europees kampioen de zesdaagsen in kunnen. Ik denk dat we als koppel als één van de favorieten starten en dat we elkaar perfect aanvullen met onze kwaliteiten. Jan Willem als hardrijder en ik met mijn sprints. Het onderdeel is lang en zwaar en normaal kom je dan als beste in de koers boven drijven. De afvalkoers is moeilijker te voorspellen. Eén foutje kan fataal zijn. Ik heb al eens gehad dat ik er als eerste uit lag, omdat ik onderin de baan ingesloten raakte. Maar het afgelopen baanseizoen geeft wel veel vertrouwen. Ik reed ik al wel twee keer op het podium in de Nations Cup, waarbij ik telkens tweede werd. Eén keer achter Elia Viviani en één keer achter Jules Hesters. De winst was heel dichtbij, want ik werd net voor de streep door Viviani terug gehaald na een aanval. De combinatie van de twee onderdelen past goed in het programma ook, want ik heb de afvalkoers op de veertiende, een dag rust en daarna volgt de koppelkoers. Al met al ziet er goed uit en heb ik veel zin en motivatie om te presteren in München.’’