Het Nederlands Kampioenschap wielrennen op de weg voor masters bleek zondag een geschikte arena voor aanvalslustige kampioenen. De vier verreden wedstrijden kenden geen van allen een massasprint, hoewel het parcours verscholen lag in de bossen en de wind daardoor geen factor van betekenis leek te worden. Direct in de eerste titelstrijd - die voor de masters 40+ - wist in de slotfase een kopgroep van twaalf weg te rijden. Paul van Schalen kwam als winnaar uit de bus. De oud-prof van BankGiroLoterij won nipt de sprint. Na afloop werd hij gehuldigd als kampioen bij de masters 45+. Martijn Broekman werd Nederlands kampioen bij de masters 40+.
Vervolgens werd in het Nederlands kampioenschap bij de masters 50+ de wedstrijd op enkele ronden voor het einde open gebroken door een drietal vluchters. Auke Broex bleef uiteindelijk van die drie als enige over toen Edwin Ophof, André van Reek, Marcel Wijnants, Casper Hermans en Jan Weevers aansloten. Ophof ging de sprint van ver aan, maar het was Van Reek die het rood-wit-blauw wist te veroveren. In de categorie 55+ won Peter de Weert, de man die de sprint van een eerste peloton won achter de zes koplopers.
Theo Joosten, Gijs Nederlof en Bert Bakker kleurden de wedstrijd bij de masters 60+ met een lange en succesvolle aanval. In de sprint liet Bakker snel lopen, maar Joosten moest tot het uiterste gaan om Nederlof van het rood-wit-blauw te houden. Dat lukte nipt zo bleek uit de fotofinish, al had de winnaar nooit getwijfeld. In deze categorie werd één podiumceremonie verricht.
Slotstuk was het NK voor de masters 30+. Het tempo lag hoog op het drie kilometer lange parcours aan de rand van Apeldoorn. Geen moment viel het stil en kopgroepen probeerden telkens een beslissing te forceren. Op drie ronden voor het einde stak Roderik Egberink over naar een eerdere koploper, die hij ter plekke hield. Egberink had er een hard hoofd in of hij dat vol zou houden, maar zijn vlucht werd bekroond met de nationale titel. Bij de masters 35+ won Arthur Rutte.