Bondscoach Gerben de Knegt, talentcoach Rob Meeuwessen en organisatoren luiden de noodklok waar het gaat om de toekomst van het Nederlandse mountainbiken. Door een te laag aantal inschrijvingen dreigen er dit najaar opnieuw nationale wedstrijden niet door te gaan en als die trend zich doorzet, krijgt Nederland in de toekomst een te magere basis voor zowel top- als breedtesport.
‘’Het wordt tijd dat alle partijen gaan inzien dat het vijf voor twaalf is”
De bondscoach en zijn assistent/talentcoach Rob Meeuwessen keren net terug van het wereldkampioenschap mountainbiken in Andorra als ze dit signaal afgeven. Het evenement waar Nederland volop scoorde met een unieke wereldtitel bij de vrouwen voor Puck Pieterse en zilver voor Anne Terpstra. Naast blij met en trots op deze resultaten zijn ze ook oprecht bezorgd of Nederland in de toekomst nog wel een MTB-generatie van niveau kan opleiden. De reden voor die sombere gedachte na de euforie? De KNWU zette dit jaar een NL Cup op om te zorgen voor een brede basis aan wedstrijden met organisatoren die al jaren het MTB’en in Nederland op de kaart houden. Niet alle wedstrijden gingen door en dat dreigt nu ook voor enkele van de drie wedstrijden in het najaar. Het probleem is volgens Meeuwessen het lage aantal inschrijvingen, specifiek door nieuwelingen en junioren, juist waar de NL Cup voor bedoeld is. “Waar deze groep wel in groten getale naar de 3 Nations Cup-wedstrijden komen, laten ze in toenemende mate de NL Cup-wedstrijden links liggen. Tot frustratie van ons als wielerbond en de organisatoren, die veel vrije tijd, geld en energie steken in deze evenementen. Jonge mountainbikers zelf, maar ook hun trainers en verenigingen/teams leggen hun prioriteiten bij andere wedstrijden en dat is ontzettend zonde. We juichen het natuurlijk toe dat er aan wedstrijden wordt deelgenomen, maar het is juist zo belangrijk om ook de Nederlandse koersen mee te maken en in stand te houden.”
Niet alleen oplossen
Gerben de Knegt vult aan: ‘’Wij hebben als KNWU dit probleem op tijd willen onderkennen, maar kunnen dit niet alleen oplossen. Ik vind het als bondscoach cruciaal dat jonge renners leren om te koersen voor een podiumplaats of sowieso een korte plek in een uitslag. Daar leer je soms meer van dan als 45e eindigen op een uitdagend en internationaal parcours. En bovendien kan het allebei. We moedigen alle jonge renners dan ook aan om deel te nemen aan de NL Cup. Om dit kracht bij te zetten zijn we een pilot gestart om de wedstrijden nog breder toegankelijk te maken, ook met een startlicentie kun je aan de start staan. Er dreigt een generatie te ontstaan die nog maar heel weinig koersritme heeft. Ga lekker fietsen, daar ben je toch mountainbiker voor? Bovendien vind ik dat je met z’n allen een bepaalde verantwoordelijkheid hebt voor je sport."
Meeuwessen legt uit: “Het clubje organisatoren wordt nu jaarlijks kleiner en zelfs organisatoren die al vanaf het begin bij deze sport betrokken zijn, haken nu af of dreigen die beslissing te nemen. Dat op zich stemt ons al heel droevig. Maar uit die vijver aan organisatoren halen we ook jaarlijks de organisatie van een Nederlands Kampioenschap. Een locatie vinden wordt elk jaar moeilijker en dit jaar is het gelukt om uiteindelijk in september nog een NK in Oldenzaal te organiseren dankzij het Twentse Ros. Maar als je als sporter voor het rood-wit-blauw wilt strijden, moet je jezelf ook realiseren dat dit op deze manier misschien niet meer elk jaar kan. We hebben straks met moeite nog zes MTB-wedstrijden in Nederland, inclusief de 3 Nations Cupwedstrijden op eigen bodem. Met de NL-cup wilden we zorgen voor een positieve spiraal, maar als ook deze organisatoren afhaken, dreigen we juist in een nog verdere negatieve spiraal te komen.’’ De Knegt: ‘’Renners kijken al vroeg omhoog naar bijvoorbeeld de sporters die nu het WK in Andorra rijden of die mogen dromen van de Olympische Spelen. Nou ik kan je vertellen dat deze toppers vroeger bijna zonder uitzondering wel die laagdrempelige wedstrijden reden en zich daar ontwikkeld hebben. Als we het mountainbiken in Nederland toekomstbestendig willen houden, mogen we de basis niet verder uithollen.’’
"Ga lekker fietsen, daar ben je mountainbiker voor! We moedigen alle jonge renners aan om deel te nemen aan de NL Cup"
Kritisch punt bereikt
Ook Rik Smit ziet dat de deelnemersaantallen niet meevallen momenteel, maar de medeorganisator van de Woldbergcup in Steenwijk (er is nog mogelijkheid om in te schrijven voor deze wedstrijd die op 15 september wordt verreden. red) heeft niet overwogen deze manche uit de NL Cup te laten schrappen. ‘’Ik ben behalve organisator ook vader van mountainbikende kinderen en trainer op de club. Het is al zo jammer dat er zo weinig wedstrijden zijn, die trend moeten we echt doorbreken. Want ik denk dat er meer licenties worden uitgegeven en er meer deelname is als er meer wedstrijden zijn. We zitten op een kritisch punt waar het gaat om wedstrijdaanbod. Een licentie kost geld en daar wil je ook wat voor terug. Wij organiseren in Steenwijk kortom ook op het moment dat we niet meer de aantallen van vroeger halen, maar ik realiseer me heel goed dat niet alle clubs die luxe hebben. En ook wij zouden liever meer mensen zien rijden. We zullen na dit jaar kritisch moeten kijken naar waarom mensen niet komen rijden in de NL Cup. Vooral al die deelnemers die wél de 3 Nations Cup-wedstrijden inschrijven. Ik denk dat we in Steenwijk een mooie ronde hebben, een Nederlandse wedstrijd, waar je als jonge mountainbiker de basis kunt leggen voor een mooie toekomst. Niet voor niets reed Anne Terpstra al vaak bij ons en dat een topper als Lotte Koopmans bij ons komt rijden deze maand, zegt toch wel dat ze ook deze wedstrijd in haar programma van wedstrijden en trainingen vindt passen. We horen veel geluiden, maar ik denk dat er behoefte is aan een goed onderzoek, een enquête onder de doelgroep. Wat wil men, wat zoekt men? Daar kunnen we dan op inspelen. We moeten er echt voor zorgen dat we de sport op de kaart blijven houden. De resultaten van afgelopen weekeinde bewijzen dat je ook in Nederland de basis kunt leggen voor een mooie MTB-toekomst.’’
| KNWU hoopt dat andere structuur kentering brengt Joost van Wijngaarden is manager wedstrijdsport van de KNWU en deelt de zorgen van de geïnterviewden, al ziet hij wel een trend. ‘’Er zijn maar weinig renners die nog veertig wedstrijden per seizoen rijden, dat zijn er soms maar tien per jaar, omdat er nu eenmaal ook concurrentie in vrije tijd is van andere hobby’s en zaken die mensen willen doen met familie en vrienden. Daar kunnen we als KNWU niet veel tegen doen. Maar we willen wel de aantallen sporters verhogen. Momenteel werken we aan een andere structuur, waardoor sporters meer op hun eigen niveau kunnen sporten. We hopen daarmee meer mensen naar de wedstrijden te krijgen. De wielersport heeft nu eenmaal momenteel niet – zoals de voetbal – een zevende elftal waar je op je eigen recreatieve niveau kunt sporten. De groep renners die echt voor de prijzen kan rijden, is per categorie klein. Terwijl je bij de amateurs/sportklasse, elite en masters wel jaren tegen dezelfde mensen koerst. Wie niet van voren kan eindigen, haakt soms af. We willen ernaar toe dat die renners die altijd van voren rijden en de mensen die meer van achteren finishen, niet meer telkens tegen elkaar koersen. Ben je jouw niveau ontgroeit, dan kun je doorstromen. Dat maakt de sport voor iedereen leuker en uitdagender. We hebben enige tijd nodig om dat model echt te laten leiden tot grotere aantallen licentiehouders. Daarom wil ik organisatoren vragen – als dat financieel kan - nog even vol te houden en niet te snel te annuleren. Juist om over enkele jaren weer te oogsten en de sporters de gelegenheid te geven dan ook te koersen.’’ |
