Het geluid van de laatste huldigingsceremonie van de laatste wegkoersen van 2021 is net verstomd, als op als op het Uniebureau van de KNWU maar ook bij tal van overlegpartners de wegkalender voor 2022 al volop in de steigers staat. Voorheen was dat een kwestie van inventariseren, plannen en aanvragen bij gemeente en politie. Maar die puzzel is de afgelopen jaren steeds complexer geworden. Enerzijds vanwege de beperkte inzet van en een ingewikkelder overlegproces met de politie, maar ook doordat de KNWU de opleiding en een gevarieerd aanbod in dat proces hoog in het vaandel wil houden.
"Je ziet dat de politie graag duidelijke kaders heeft om vast te stellen welke wedstrijden men gaat begeleiden"
De afgelopen weken hebben de organisatoren de tijd gehad om hun beoogde wedstrijddatum en de gewenste status van hun koers in te dienen bij de KNWU. ‘’Eerder was het onze grootste zorg of we genoeg juryleden hadden op een drukke datum. Dan probeerden we vooral in overleg te gaan om een bepaalde wedstrijd naar een andere plek op de kalender te verhuizen. Nu zetten we een voorlopige kalender neer en is de politie onze belangrijkste gesprekspartner’’, zegt Henk van Beusekom, die bij de KNWU verantwoordelijk is voor de wielerevenementen. ’’We overleggen met de Landelijke Eenheid van de politie, maar daarna wordt er ook gekeken met de regionale korpsen of ze op de gewenste datum op de gewenste locatie genoeg motorbegeleiding kunnen regelen. Is dat niet het geval, dan kan men wellicht motoragenten van andere districten benaderen. Of er moet simpelweg gekeken worden naar een nieuwe datum. Natuurlijk proberen we er aan de voorkant van dat proces zelf ook al op te letten om niet te veel verzoeken voor wedstrijden in een bepaalde regio binnen een kort tijdsbestek in te dienen. In dat proces van overleg met alle instanties moeten de organisatoren hun wedstrijdaanvragen laten opvolgen door het aanleveren van de routebeschrijving in een bepaald format. Zodat een ‘geleende’ agent uit Limburg moeiteloos kan bijspringen in bijvoorbeeld de Profronde van Noord-Holland waar hij of zij de weg niet kent.’’
Van Beusekom heeft er al diverse overlegsessies met de politie op zitten en er zullen er nog volgen om in de loop van december een al in grote lijnen goedgekeurd concept te realiseren. Maar er wordt door de KNWU ook gesproken met bijvoorbeeld de organisatie van de topcompetitie, de stichting clubcompetitie en het bestuur van de Holland Cup. Van Beusekom: ‘’Je ziet dat de politie graag duidelijke kaders heeft om vast te stellen welke wedstrijden men gaat begeleiden. Daar zijn de competities goed bruikbaar voor en daarom vragen we soms ook aan organisatoren om toe te treden. Ook om de landelijke spreiding in evenwicht te houden. Uiteraard is het aan de organisatoren om hun definitieve afweging te maken. Er blijft ook ruimte voor een aantal vrije klassiekers om politiebegeleiding toegewezen te krijgen. Als alles staat, gaan we nog een keer met de politie om tafel om te kijken naar knelpunten en eventuele oplossingen. Zodat we bij aanvang van het nieuwe kalenderjaar een kalender hebben, die onder normale omstandigheden uitgevoerd kan worden.’’ De rol van de KNWU is daarmee groter geworden, waar vaak eerst de organisatoren en de districten het voortouw namen bij het aanvragen van begeleiding.
"Laten we zorgen dat we een gevarieerd wedstrijdaanbod houden met een goede spreiding van alle typen koersen, over het gehele land en gedurende het hele wegseizoen"
Om te zorgen dat de jongeren categorieën – die ook nog enkele door de politie begeleide wedstrijden behouden – ook een voldoende breed wedstrijdaanbod hebben, wordt momenteel gewerkt aan een districtscompetitie voor junioren en nieuwelingen (m/v). Coördinator van deze reeks, Thijs Rondhuis, is daar een pleitbezorger van. ‘’Het gaat om een reeks met wedstrijden voor junioren, nieuwelingen en een gecombineerde wedstrijd voor junior-vrouwen en nieuweling-meisjes. De laatste wedstrijd krijgt wel een apart opgemaakt klassement voor beide groepen. We willen een competitie opzetten met districtsploegen van acht en een gevarieerd aanbod aan wedstrijden. Zodat we waaierparcoursen afwisselen met klimomlopen, een individuele tijdrit en eventueel een ploegentijdrit. Daardoor krijgen renners met verschillende specialismen de kans om de competitie met elkaar aan te gaan en zich eventueel in de kijker te rijden. Het streven is dat dit op parcoursen van vijf tot tien kilometer gaat plaatsvinden, waarop geen politiebegeleiding nodig is. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van deze jongeren, maar we tonen hiermee ook onze bereidheid om deels over te gaan op wedstrijden die verreden worden op een ander type parcours. Al betekent dat nadrukkelijk niet dat we afzien van wedstrijden op de traditionele parcoursen over een grotere afstand, waarbij motorbegeleiding nodig is. Het gaat erom een totaalplaatje te realiseren met een maximumaantal begeleide klassiekers en etappekoersen en daarnaast een breed aanbod van andere wedstrijden. Na corona is de interesse om te organiseren bijna op hetzelfde niveau als daarvoor. Laten we zorgen dat we een gevarieerd wedstrijdaanbod houden met een goede spreiding van alle typen koersen, over het gehele land en gedurende het hele wegseizoen.’’
Van Beusekom benadrukt dat er ook gewerkt wordt aan een betere opleiding voor iedereen die met de motor de koers ingaat. Daar kan eventueel bij het inzetten van meer particuliere (niet van de politie afkomstige) motorbegeleiders bij aangehaakt worden. In 2022 is een pilot voorzien van deze opleiding voor motorbestuurders. Deze pilot wordt in samenwerking met de Landelijke Eenheid gedaan, in opdracht van de ministeries. Hiervoor overlegt de KNWU nadrukkelijk met de betrokken ministeries en doet men een beroep op de landelijke politiek. Van Beusekom: ‘’Zodat we een wettelijk kader krijgen voor het blijven organiseren van wielerkoersen over de weg in de toekomst.’’