De bondscoaches Mehdi Kordi (sprint) en Nick Stöpler (duuronderdelen) hebben hun selectie op papier voor het wereldkampioenschap op de baan dat in Glasgow wordt gehouden. Dit mondiale kampioenschap is van belang voor het olympische kwalificatietraject richting Parijs 2024, maar beide coaches reizen met hun renners en rensters vooral af met de ambitie om voor de medailles en zelfs de winst mee te doen.
De sprinters wisten de afgelopen vijf jaar menig wereldtitel te behalen en ook nu ligt de lat hoog in de ogen van sprintcoach Mehdi Kordi. ‘’We hebben een goed trainingskamp achter de rug in Noorwegen en reizen vol vertrouwen af naar dit wereldkampioenschap. Na de prestaties van onze groep in de afgelopen jaren mogen we ambitieus zijn. We weten dat wij in onze best mogelijke vorm present zullen zijn, maar uiteraard zijn we in de sport ook afhankelijk van hoe anderen zich in de tussentijd ontwikkeld hebben. In het olympische kwalificatietraject is de teamsprint als vanouds belangrijk. We zijn vorig jaar op het WK met ons mannenteam voor het eerst in jaren verslagen en willen nu opnieuw voor goud gaan. Met Harrie hebben we een renner in de gelederen die op de individuele nummers opnieuw wil winnen, zijn staat van dienst spreekt voor zich. Jeffrey Hoogland – die op dit toernooi de keirin en de kilometer combineert en dat deels op dezelfde dag – heeft in vergelijking met vorig jaar weer een stap gezet en ik ben er trots op hoe Roy van den Berg blijft zoeken naar mogelijkheden om te verbeteren. Bij de vrouwen willen we op de teamsprint voor een medaille gaan. We hebben daarvoor een sterk kwartet tot onze beschikking, met rensters die elkaar sterker weet te maken. Individueel liggen de medaillekansen op de keirin, maar ik sluit zeker niet uit dat we ook op de sprint ver kunnen reiken.’’
Nick Stöpler zegt over de kansen op de duuronderdelen: ‘’Natuurlijk zijn er veel punten te verdienen, meer dan tijdens welk toernooi dan ook, maar in de eerste plaats focussen we ons op het WK als WK zijnde, een prachtige wedstrijd en kans om een heel mooi resultaat neer te zetten waarbij we dromen van een regenboog. We nemen de resultaten en de belangrijke punten dus zoals het is, maar zullen tijdens het toernooi niet met de Olympische Spelen bezig zijn. Nadien maken we uiteraard de balans op en hopen we dat we goed hebben gescoord zodat we in het belangrijke Olympische jaar vooral gefocust zijn op de Spelen en de perfecte aanloop naar dat toernooi.’’
‘’Op de madison voor de mannen staan we er goed voor en zetten we in op een medaille met Yoeri en Jan-Willem. We hebben drie mannen van gelijkwaardig potentieel voor dat onderdeel, maar ik heb voor dit toernooi gekozen voor de meest ervaren combinatie, die perfect weten wat ze moeten doen en goed op elkaar zijn ingespeeld. Vincent Hoppezak rijdt het ook belangrijke omnium, wat traditioneel heel sterk bezet is, en waar een top 5-plek echt heel mooi zou zijn. Het omnium is genadeloos, naast goede benen is het belangrijk de goede keuzes te maken en heb je ook wat geluk nodig. Op de individuele niet-olympische nummers maken we met Roy Eefting (scratch), titelverdediger Yoeri Havik (puntenkoers) en Matthijs Büchli (afvalkoers) kans op de wereldtitels. Dat Matthijs – twee jaar na zijn laatste teamsprintitel op een WK- nu kanshebber is op dit onderdeel is bijzonder, maar gezien zijn wereldbekerwinst is meedoen voor winst niet uitgesloten. Tegelijkertijd is het ook mogelijk dat hij op het hoogste podium nog niveau te kort komt of dat je een keer opgesloten zit en er al vroeg uit vliegt. Dat hoort erbij.’’ Bij de vrouwen rijdt Maike van der Duin de meeste onderdelen. ‘’Helaas is Maike recent gevallen en heeft ze ook een COVID-infectie opgelopen, waardoor ze helaas de Tour moet missen en we haar aanloop en herstel nog niet kunnen inschatten. Normaal gesproken zou ze de scratch, afvalkoers, madison en het omnium rijden. Als ze helemaal fit en getraind is, zouden we inzetten op een top-5 voor het omnium, waarbij een medaille geweldig zou zijn. Haar zilveren plak van vorig jaar herhalen zal nog niet zo makkelijk zijn, want ik houd rekening met een veel sterker bezet omnium ten opzichte van het WK in Parijs, maar ook dan de Spelen in Tokio. Op de scratch is een medaille de doelstelling en als alles perfect valt, kan ze voor de winst meedoen. Voor de koppelkoers bij de vrouwen heb ik voor dit WK in eerste instantie Daniek Hengeveld geselecteerd op basis van haar vierde plek tijdens de Nation’s Cup in Milton, maar helaas krijgt zij geen ruimte van haar ploeg DSM om een olympisch traject te volgen. Met Marit en Maike hebben we gelukkig ook een heel sterk koppel wat afgelopen jaar al vijfde werd in Parijs.
Marit draait lekker en was ook dicht bij een medaille op het EK puntenkoers, dus als het een aanvallende wedstrijd wordt verwacht ik dat ze hier ook met de allerbesten kan meedoen.’’
Technisch directeur en chef de mission Wilbert Broekhuizen kijkt eveneens met ambitie naar de baanonderdelen. ‘’We hebben een super voorbereiding gehad met goede trainingskampen en simulaties. Toch is het al even geleden dat we competitie hebben gedraaid. Maar we reizen af met een sterke selectie richting WK en gaan vol vertrouwen voor topresultaten.’’
Sprint mannen
Teamsprint:
Harrie Lavreysen, Jeffrey Hoogland, Roy van den Berg en Tijmen van Loon
Sprint:
Harrie Lavreysen, Jeffrey Hoogland en Tijmen van Loon
Keirin:
Harrie Lavreysen, Jeffrey Hoogland en Tijmen van Loon
Kilometer:
Jeffrey Hoogland en Roy van den Berg
Sprint vrouwen
Teamsprint:
Kyra Lamberink, Hetty van de Wouw, Steffie van der Peet, Shanne Braspennincx
Sprint:
Steffie van der Peet en Hetty van de Wouw
Keirin:
Steffie van der Peet en Hetty van de Wouw
500 meter:
Kyra Lamberink en Shanne Braspennincx
Duuronderdelen Mannen:
Scratch:
Roy Eefting
Omnium:
Vincent Hoppezak
Madison:
Yoeri Havik en Jan Willem van Schip
Puntenkoers:
Yoeri Havik
Elimination:
Matthijs Büchli
Duuronderdelen vrouwen:
Scratch, Omnium, Elimination:
Maike van der Duin
Puntenkoers:
Marit Raaijmakers
Madison:
Marit Raaijmakers en Maike van der Duin