Aafke Soet heeft de Nederlandse ploeg opnieuw succes bezorgd bij het Europees kampioenschap in Tsjechië. De Friezin - eerder deze week al goed voor goud op de tijdrit voor beloften-vrouwen – behaalde in de wegwedstrijd een zilveren medaille. Alleen de Tsjechische Nikola Noskova bleek te sterk voor de Nederlandse. "Met deze uitslag kan ik heel goed leven. Ik heb er hard voor moeten werken, maar ik verlaat het EK nu wel met goud én zilver. Daarmee overtref ik echt al mijn verwachtingen."
Samen met Noskova en de Italiaanse Pirrone trok Soet in de tweede ronde ten aanval, maar de latere Europees kampioene begon niet veel later al aan een solo. Op een beklimming wist ze haar twee metgezellen achter zich te laten. Omdat Pirrone Soet in de slotfase ook niet meer kon volgen, moest de Nederlandse via een lange solo proberen de zilveren plak op te eisen. Dat lukte. Pirrone viel terug in een groep achtervolgers, met daarbij ook de Nederlandse Yara Kastelijn, die om het brons mocht sprinten. Die plak werd echter opgeëist door de Italiaanse Paternoster. Kastelijn werd zevende.
Eerder won Soet al de Europese titel tijdrijden op dit EK. "Wat een resultaat" juichte ze na afloop. "Ik was al blij geweest met één podiumplek op dit EK, maar heb nu gewoon goud en zilver behaald. Hoewel het veld bij de junior-vrouwen eerder op de dag ook al snel uit elkaar sloeg, had ik niet gedacht dat dit bij onze wedstrijd ook zou gebeuren, ook omdat het heel warm was. Maar Noskova trok in de eerste ronde al een keer door. Toen kon ik door kettingproblemen niet volgen, maar toen dat opgelost was, was ik vastbesloten om haar bij de tweede ronde goed in de gaten te houden. Maar ze was uiteindelijk op de beklimmingen te sterk voor mij. Ik moest eerst lossen en toen viel de Italiaanse Pirrone ook terug. Samen konden we een mooi verschil opbouwen ten opzichte van de rest. Ik wist al wel dat ik normaal gesproken voor zilver reed. Toen Pirrone weg viel, wachtte me nog een pittige uitdaging. Maar gelukkig kon ik een goed tempo houden en zo zilver behalen."
Johan Lammerts toonde zich een tevreden coach. "Dit parcours was met een klim van drie kilometer dermate selectief dat de sterksten over bleven. Aafke was direct mee bij de eerste echte aanval, voelde zich daarna even wat minder, maar kwam er vanaf halverwege de wedstrijd weer doorheen. Zo wist ze het zilver toch nog in de wacht te slepen. Achter haar was het veld ook helemaal uit elkaar geslagen en zat iedereen ook aan de limiet. Yara Kastelijn streed nog tot het laatst mee voor brons, dus ook in de breedte hebben we goed gepresteerd. Maar Aafke stak er bovenuit. Ik heb haar al gezegd dat ze de koning van dit EK is in mijn ogen."
Bij de junior-vrouwen was Rozemarijn Ammerlaan de hoogst geklasseerde landgenote op een veertiende stek.
Foto: UEC