De Bemmelse polder vormde op 16 september het decor voor ruim 160 wielrenners die hun passie voor het rijden tegen de klok ten tonele brachten.
In maar liefst 5 leeftijdscategorieën werd er gestreden voor de titel Nederlands kampioen Tijdrijden Masters. De gemiddelde snelheden van de kampioenen over het parcours van ruim 21 kilometer lagen tussen 45 en 47 km per uur. Bij de vrouwen lag het gemiddelde op bijna 42 km per uur.
Aan de Masters 60+ de eer om het spits af te bijten. Uiteindelijk bleek Bert Bakker de snelste in de race tegen de klok met een tijd van 28 minuten en 1 seconde. Barend Verhagen strandde op elf seconden achterstand op de tweede plek en Tom Goede werd derde met een achterstand van 25 seconden op de winnaar. Het Nederlands kampioenschap werd verreden van oud naar jong, dus was het hierna de beurt aan de Masters 50+ voor hun tijdrit. Hier won Edwin Ophof met overmacht van Johan Boonstra (zilver) en Pieter Aben (brons).
Bas Canoy bleek de snelste in de rit tegen het Zwitsers Uurwerk bij de Masters 40+. Hij legde zijn tijdrit af in 26 minuten en 46 seconden, waarmee hij maar liefst 41 seconden sneller was dan zijn concurrenten. Canoy werd vergezeld op het podium door Marthijs Wegdam op plek twee en Heini Koornberg op plek drie. Bij de Masters 30+ was het Ruben Tolkamp die met bijna een halve minuut voorsprong de titel in de wacht sleepte. Richard Koorn veroverde het zilver voor Henk de Jong die de bronzen medaille omgehangen kreeg.
Last but not least mochten de Masters vrouwen 30+ van start. Larissa Drysdale kwam sterk voor de dag en wist met 30 minuten en 6 seconden de winnende tijd neer te zetten. Achter haar stelde Alicja Verhagen de tweede plaats veilig met een tijd van 30 minuten en 41 seconden. Martha Maltha mocht met een tijd van 31 minuten en 14 seconden de eerder genoemde dames vergezellen op het podium met de derde plaats.